We hebben het goed. Misschien wel té goed. Nooit eerder waren de arbeidsvoorwaarden zo aantrekkelijk, de werkplekken zo comfortabel en de werktijden zo flexibel. En toch zitten we massaal vast. Niet in te veel werk – althans, niet allemaal – maar in te weinig. We vervelen ons kapot. En dat noemen we tegenwoordig een bore-out.
Het klinkt bijna als een luxeprobleem: te weinig te doen hebben op je werk. Maar dat is het niet. Werknemers die langdurig onderprikkeld zijn, raken hun motivatie kwijt, voelen zich waardeloos en melden zich ziek. Niet omdat ze niet willen werken, maar omdat er simpelweg niets is dat hen uitdaagt.
Tegelijkertijd stijgt ook het aantal burn-outs. Twee uitersten, zelfde oorzaak: een disbalans tussen wat iemand aankan en wat er gevraagd wordt – of juist níét gevraagd wordt. En dat begint al bij het begin. Werkgevers lokken met mooie praatjes en dikke arbeidsvoorwaarden om die ene vacature nog snel op te vullen. Maar als de beloften niet stroken met de werkelijkheid – als het werk saai, repetitief en zonder groeimogelijkheden blijkt – dan komt de kater snel. Dan is die mooie leaseauto ineens niet genoeg.
Misschien ligt het ook wel aan onszelf. We zijn, als samenleving, een beetje verslaafd geraakt aan comfort. Alles moet leuk zijn. En als het dat even niet is? Dan haken we af. De kleinste tegenslag voelt als een persoonlijke aanval. Feedback? Die vatten we op als kritiek. Verantwoordelijkheid? Die ligt altijd bij een ander.
Het contrast is ook wel groot. Buiten het werk leven we in een wereld van eindeloze prikkels. Vele luxen, huizen, vakanties, swipen, scrollen, shoppen, streamen, het kan niet op, het houdt gewoonweg nooit op. En dan kom je op je werk waar tegenwoordig ook alle luxe aanwezig is met alle automatiseringen, of in de wereld van protocollen, strategieën, patronen waar vele zaken en taken al voor je zijn bepaald.
De bore-out is dus niet alleen een signaal dat er iets mis is met ons werk. Het zegt ook iets over hoe wij zijn gaan kijken naar werk, en naar onszelf. We willen voldoening, uitdaging, zingeving, het liefst elke dag. En als dat niet lukt? Dan zeggen we: het ligt aan de baas, of aan “de maatschappij”, of aan de vergadertijgers. Verdraagzaamheid is ver te zoeken, met als gevolg dat wij blijven projecten op onze omgeving. Klagen, slachtofferen en vermijden van verantwoordelijkheden nemen is aan de orde van de dag. We voelen ons zo snel afgewezen en gekrenkt. Laten we vooral niet onze kwetsbaarheid zien, om ons EGO hoog houden; want stel dat de omgeving iets van ons kant vinden………..
“Jullie zijn een stelletje verwende kinderen aan het worden,” zouden mijn ouders zeggen. En misschien hadden ze daar wel een punt.
